Gemeente Eemsdelta Logo dat naar de hoofdpagina leidt presenteert:

STAAT IN EEMSDELTA

Kunst en architectuur in Eemsdelta

Architectuur Kunst
vergroot

René de Boer

Werkte bij Edu Waskowsky aan het Joods Monument (1968/69, Groningen), Wladimir de Vries en Evert Strobos.

René de Boer (Groningen, 1945) werd opgeleid aan de Academie Minerva.
Hij werkt sinds eind jaren zestig als ruimtelijk vormgever en woont en werkt in Usquert.

Vaak maakt De Boer grote monumentale objecten die geïnspireerd zijn op vormen uit de natuur. Die objecten hebben invloed op de omgeving. Indien mogelijk ontwerpt hij daarbij ook een omgeving voor het object. Omgekeerd kan een bestaande omgeving aanleiding zijn om een object een specifieke vorm te geven.
Het uitgelezen materiaal bij uitstek dat René de Boer voor zijn omgevingsobjecten gebruikt is cortènstaal. Dit materiaal heeft een robuuste, aardse uitstraling. De Boer voert zijn objecten eigen handig in zijn werkplaats te Usquert uit.

Na de academie werkte René de Boer aanvankelijk vooral in gips en steen. In deze organische gevormde objecten van destijds zijn duidelijk invloeden te herkennen van Henry Moore (1898-1968) en Jean Arp (1886-1966).

In de jaren 1968-69 werkte René de Boer bij de beeldhouwer Edu Waskowsky (1934-1976) aan het Joods Monument voor de stad Groningen. De techniek die bij het construeren van deze monumentale handen werd gebruikt - het aan elkaar lassen van plaatjes messing - zou René de Boer in de jaren ‘70 ook in zijn eigen werk gaan toepassen. Deze werkwijze verschilt fundamenteel van het werken in steen of hout; daarbij wordt materie weggeslagen. Bij de techniek van aan elkaar gelaste messingplaatjes groeit de vorm van het plastiek tijdens het lassen, op associatieve wijze.

In de jaren ’60 was de opvatting ontstaan dat de afstand tussen kunst en publiek geslecht moest worden. Onder invloed van deze opvatting ontstond het abstract expressionistische object “Zitknobbels” (1974). Op dit messing object kan niet alleen gezeten worden maar het kan ook worden verplaatst, doordat de elementen ervan onderling scharnieren. Op deze manier werd het publiek letterlijk in contact gebracht met kunst. Zo werd de passieve toeschouwer een actieve deelnemer. Het letterlijk betasten van het materiaal opende mogelijkheden die René de Boer nieuwsgierig maakte naar de wisselwerking tussen materiaal en geluid.
Dit leidde in de periode 1974-80 tot een aantal projecten in samenwerking met de musicus Harry de Wit (1952) en de choreografe Beppie Blankert (1949), waarbij werd gezocht naar interactie tussen materiaal, klank en beweging. Deze serie performances werden MeZZing en Cortenzing genoemd. In 1975 leidde dit onderzoek, waarbij beweging en klank een rol speelden, tot onder meer de realisatie van René de Boers ‘Rollebollen’ (Bernoulliplein Groningen, 1983).
Door verder te experimenteren met de wisselwerking tussen materiaal, beweging en geluid ontstonden er in de periode 1978-82 enkele objecten waarbij evenwicht en balans een rol speelden.
In 1979 leerde René de Boer de beeldhouwer Evert Strobos (1943) kennen. In diens werkplaats werkte hij voor het eerst met cortenstaal. Cortenstaal heeft als eigenschap dat slechts de huid corrodeert, wat het materiaal een robuust en aards aanzien geeft. In 1980 besloot René de Boer dan ook zijn messing periode af te sluiten met het object ‘Mijlpaal’, een tien meter hoge fallische vorm waarin hij al zijn messing restmateriaal verwerkte.

Vanaf 1980 ging hij meer en meer gebruik maken van cortenstaal. Cortenstaal is minder prijzig dan brons en messing: dit gaf hem de mogelijkheid tot het maken van grotere objecten. Doordat cortenstaal minder werkt, of in vaktaal ‘wandelt’ bij het lassen, nodigde dit uit tot het maken van strakkere vormen dan tot dan toe gebruikelijk was geweest. Er ontstonden in de periode 1980- 1985 heldere, formele objecten.
De invloed van minimal art werd duidelijk. In deze periode is vaak de maat van de cortenstalen plaat zelf, zoals die door de fabriek wordt afgeleverd, bepalend voor de vorm en het uiteindelijke formaat van het object.

In de periode 1984-88 voerde René de Boer nog een aantal objecten uit waarbij de cirkel als vorm centraal stond, zoals de ‘Ring’ uit 1986, geplaatst in Wagenborgen.

Hoewel het gebruik van cortenstaal leidde tot versoberde vormen, is het werk nergens kil. Archetypische vormen zoals de eerder genoemde cirkelvorm voorkomen dat het werk een afstandelijke uitstraling heeft. Vanaf 1985 komen ook getrapte vormen voor als symbool voor het zoeken naar een weg omhoog.

Toen in 1986 de BKR-regeling werd afgeschaft ging René de Boer om financiële redenen een aantal dagen per week lesgeven aan het Werkman College te Groningen. Daarnaast bleef hij, bevlogen als altijd, zich als beeldhouwer ontwikkelen.

Poorten komen vanaf 1990 regelmatig voor. Deze zijn in verschillende materialen uitgevoerd. De meest bekende hiervan is de Werkman Poort (HerinneringscentrumWesterbork, 1995) en Poort Kaap Noord (2002).

Vanaf het jaar 2002 is René de Boer figuratiever gaan werken. Vormen uit de natuur zijn nu aanleiding voor ontwerpen. Ze worden vergroot in cortenstaal uitgevoerd. Bij plaatsing vinden deze objecten haast vanzelfsprekend weer een plek in de natuur.

In 2008 verzamelde René de Boer tijdens een reis naar Zwitserland en Italië diverse ter plekke gevonden stenen. Terug in zijn atelier in Usquert voorzag hij deze onbewerkte stenen van dragende cortenstalen zuilen. Deze zuilen kenmerken zich enerzijds door hun klassieke cannelures, anderzijds kreeg elke zuil een unieke eigentijdse vorm, aangepast aan de unieke vorm van elke individuele steen. Deze oden kwamen voort uit de dierbare herinneringen die René de Boer heeft aan de vindplaatsen van de stenen, waarnaar hij elk object vernoemde. De dragende zuilen verheffen letterlijk en figuurlijk de stenen van de grond en verlossen hen daarmee van hun zwaarte.
Diverse reizen naar Italië naar onder andere het marmer gebied rond de stad Carrara, bracht René de Boer ertoe marmer en de steensoort vaurion aan zijn objecten toe te voegen. Dit wordt door hem bewerkt tot organische vormen die hij laat samengaan met cortenstaal en brons.

In alle gevallen eisen de objecten van René de Boer hun plaats op. Zij zijn beeldbepalend voor hun omgeving; tegelijkertijd vallen ze er mee samen.

Bron Colette Jesse. januari 2012 www.renedeboer.nl

  • Geslacht: man
  • Geboren: 14-03-1945
  • Geboorteplaats: Groningen
  • Opleiding: Opleiding aan de Acedemie Minerva te Groningen

Werken

De Helling - René de Boer

De Helling

Delfzijl - De Helling | vrijstaande sculptuur | 2012

Kunst
De Poort - René de Boer

De Poort

Wagenborgen - Familie Bronsweg | Landart | 1991

Kunst
Knop Hosta - René de Boer

Knop Hosta

Delfzijl - Jachtlaan, | vrijstaande sculptuur | 2008

Kunst
Ring - René de Boer

Ring

Wagenborgen - Familie Bronsweg | Landart | 1986

Kunst

Deze website wordt u aangeboden door de gemeente:



Met dank aan:

logo logo

Colofon | Proclaimer