Vm ambtswoning F. van Ankenweg 8, Middelstum
Deze ambtswoning, genaamd Venhorn, is in 1910 gebouwd in opdracht van Jacob Vinhuizen voor burgemeester Fokke van Anken die (1879-1944) die van 1909 tot 1943 burgemeester van de (voormalige) gemeente Middelstum was. Het pand is een rijksmonument.
Het huis is ontworpen door de Middelstumer architect Pieter Tilbusscher (1857-1934) in een rationele stijl. Het huis is ook enige tijd in gebruik geweest als pastorie van de gereformeerde kerk. In 1962 werd een nieuwe trap aan de oostzijde geplaatst en in 1963 een nieuw balkon aan de westzijde. Tevens werd in 1963 een garage gebouwd rechts achter de woning. Deze komt wegens te geringe ouderdom en te weinig architectonische kwaliteit niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking. In de loop der tijd zijn de luiken, de serre aan de westzijde en het torentje op het dak verdwenen. Het pand ligt op een ruim rechthoekig perceel op de hoek van de F. van Ankenweg en de Trekweg in een gebied met bijzondere stedenbouwkundige en architectonische waarde. De woning wordt aan de voor- en linkerzijde van de openbare weg gescheiden door een eenvoudige, uit 1910 stammende roodbakstenen erfafscheiding afgedekt met een ezelsrug en verspringend in hoogte.
De één verdieping hoge, geheel onderkelderde woning heeft een nagenoeg rechthoekige plattegrond en is opgetrokken in een bruine bezande steen op een trasraam van paarsbruine klinkersteen dat doorloopt tot aan de onderdorpels van de vensters waarboven twee oranje gevelbanden. Aan de achterzijde zien we slechts één gevelband van klinkersteen; sierankers; vlechtwerk in de topgevels. Het pand wordt gedekt door een samengestelde kap waarop oranje geglazuurde verbeterde Hollandse pannen; goot op klossen; strakke houten windveren; één hoge gemetselde schoorsteen aan de voorzijde, twee aan de achterzijde en één aan de oostzijde. De dakkapel heeft een overkragend plat dak waarin twee zesruits vensters aan de voorzijde en een piron. De gevels worden geleed door staande tweedelige vensters met in de bovenlichten gekleurd glas-in-lood en keldervensters waarin roedeverdeling met diefijzer, alle onder een strek en natuurstenen accenten ter hoogte van de onder- en bovendorpel en het kalf.
De entree bevindt zich in de topgevel rechts aan de voorzijde (zuidgevel) en bestaat uit een houten segmentboogvormige paneeldeur met zijlicht onder een houten luifel opgehangen aan ijzeren stangen. Voor de deur een hardstenen stoep van zes treden waarnaast een bakstenen muurtje met ijzeren railing. Rechts van de entree een samengesteld tweedelig venster en een samengesteld keldervenster. Boven de entree een gevelsteen waarin `Venhorn J.V. 1910 G.R.' en in de top een driedelig liggend venster onder rollaag. In het geveldeel links van de topgevel een driezijdige erker onder een plat overkragend dak waarin tweedelige vensters en een samengesteld keldervenster.
Het vooruitspringende vlak in de topgevel aan de westzijde is een restant van de verdwenen serre. Boven dit vlak een niet-origineel balkon met balustrade; houten paneeldeur met zesruits zijlicht. Rechts van dit vlak een samengesteld tweedelig venster en een samengesteld keldervenster. In de top een samengesteld zesruits venster. In het terugspringende linker geveldeel een samengesteld tweedelig venster en een samengesteld keldervenster. In de achtergevel (noordzijde) een zesruits venster, een samengesteld tweedelig venster met in de bovenlichten roedenverdeling en geel glas, een samengesteld tweedelig venster, twee vierruits keldervensters en een samengesteld keldervenster. De topgevel links in de oostgevel wordt in tweeën gedeeld door een schoorsteen die boven het dak uittorent; gevelsteen waarin de initialen 'F.v.A.'; zes oranje banden. Links van de schoorsteen een samengesteld tweedelig venster, een zesruits venster en een samengesteld keldervenster. Rechts van de schoorsteen een smal zesruits venster en een staand venster. In het rechter geveldeel een niet-originele trap en balustrade, een paneeldeur met twaalfruits bovenlicht en een samengesteld driedelig zijlicht met zesruits bovenlichten. Onder de trap een opgeklampte houten kelderdeur.
In het interieur zijn onder meer van belang: de houten paneeldeuren met roedeverdeling en houten omlijsting, de balkenplafonds, de houten vloeren, in de tochthal de granito vloer, de houten tochtdeur met zijlichten waarin roedeverdeling en geëtst glas en de houten paneellambrisering, in de hal de houten paneellambrisering en de houten trap met houten paneellambrisering en houten leuning, in beide voorkamers de marmeren schouwen en de houten suitedeuren waarin glas-in-lood met aan weerszijden houten kasten, in de keuken de ingebouwde houten kast, de houten lambrisering en de houten schouw waarachter witte tegels, in het toilet de tegellambrisering, in de kelder de geel geglazuurde plavuizen, het gewelfde plafond en de houten bewaarkasten, in de hal op de eerste verdieping het vierdelige venster met roedeverdeling, de houten paneellambrisering en het plafond met kraalbeschot, in de slaapkamers het plafond met kraalbeschot.
De ambtswoning met erfafscheiding is van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde: als voorbeeld van een ambtswoning uit 1910 in de provincie Groningen in een aan het Rationalisme verwante stijl, vanwege de bijzondere vormgeving en detaillering, vanwege de redelijk hoge mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur, als goed voorbeeld van het oeuvre van architect P. Tilbusscher en vanwege de beeldbepalende ligging in een gebied met bijzondere waarde.
Architect: P. Tilbusscher