Gemeente Eemsdelta Logo dat naar de hoofdpagina leidt presenteert:

STAAT IN EEMSDELTA

Kunst en architectuur in Eemsdelta

vergroot

afdrukken Villa Mentheda

Architectuur
toon vergroting Villa Mentheda
toon vergroting Villa Mentheda
toon vergroting Villa Mentheda

Villa Mentheda, Methedalaan 5, Middelstum


De statige villa Mentheda, op beeldbepalende ligging aan de rand van de oude kern van Middelstum, werd gebouwd in 1896. In 1890 kocht Historicus en wethouder Jacob Vinhuizen de Menthedawierde. De borg van het geslacht Entens die daar ooit stond was al in 1738 gesloopt. Vinhuizen liet niet op de oude plaats, maar aan overzijde van de weg een nieuw Mentheda bouwen in eclectische stijl, onder architectuur van Pieter Tilbusscher uit Middelstum. Zowel de villa, de landschapstuin, een zogenaamde 'slingertoene', en het toegangshek zijn rijksmonumenten.

Mentheda met aangebouwd achterhuis, een koetshuis en een toren, is van het villatype notabelenwoning dat eind 19de eeuw populair werd. Statige huizen waar zowel uit de plattegrond als de gevels een vrijere vormgeving spreekt. Villa’s vormen een schilderachtig geheel, liefst met interessante silhouet. Onder invloed van de gezondheidscultus wordt een optimale toetreding van (zon)licht en lucht nagestreefd door middel van erkers, serres, loggia’s, veranda’s en terrassen.

Heel opvallend is de detaillering en ornamentiek. De villa biedt een fraai beeld van de verschillende decoraties die volgens de mode van het eclecticisme rond de eeuwwisseling werden toegepast. De gevels zijn versierd met gevelbanden van siermetselwerk in gele, donkere, rode en/of kalkzandsteen, gemetselde hoekpilasters, gepleisterde biezen en siersmeedwerk. Verder een enorme variatie aan vensters, van ijzer of hout, al dan niet met roedeverdeling en glas-in-lood.
Het onderkelderde huis heeft aan de westgevel een driezijdige erkerachtige uitbouw met vijf hoekpilasters en erop een balkon met houten hek en balusters. Aan de oostgevel is een achterhuis gebouwd met etage voor de dienstbodes met aparte diensteningang. Het achterhuis heeft een uitgebouwde toren waarin zich de hoofdentree bevindt. De toren heeft een deels opengewerkt koepeltje met daarin een klok en erbovenop een windvaan in de vorm een zwaan. Logische keuze, want de zwaan prijkt ook op het wapenschild van de familie Entens. In het koetshuis met dubbele garagedeuren is de ijzeren draaischijf voor de koets nog te vinden.

In 1934 heeft er een verbouwing plaatsgevonden onder leiding van architect Sietze Albert Veenstra (1897-1981) die het aanzien van de villa nauwelijks heeft veranderd. Deze in een sobere variant van de Amsterdamse School werkende architect uit Middelstum ontwierp de serre aan de voorgevel (zuid) met gemetselde borstwering waarop in metalen letters de naam ‘Mentheda’ prijkt, de gemetselde stoep en een ommuurd terras met aan weerzijden een gemetselde bloembak.

Het interieur is grotendeels door Veenstra in 1934 gewijzigd. De herinnering aan de beroemde Watergeus en jonkheer Barthold Entens van Mentheda is hier springlevend. In het houten tochtportaal met deur-, boven- en zijlichten van gekleurd glas-in-lood met in het bovenlicht een afbeelding van de borg Mentheda en in het deurlicht een afbeelding van Barthold Entens met de tekst Barthold Entens van Menthedea, frolych mit eeren 1572.
Verder zijn in het interieur van belang: in het voorportaal het gepleisterd tongewelf, twee boognissen waarin een sokkel met vrouwenbeeld, met als sluitsteen een vrouwenkopje, twee gecanneluurde hoekzuilen en de parketvloer. In de gang de parketvloer, de houten deuren met omlijsting, de houten wenteltrap met leuning met gedecoreerde ijzeren spijlen eb een rijk besneden ronde houten trappaal. In de voorkamer de marmeren schouw en de sluitdeuren naar de serre. De kelder met de plavuizenvloer, in de toren de klok en het rondboogvenster met glas-in-lood waarop afgebeeld de borg Mentheda en het wapen van de familie Entens, gesigneerd met NEG Gron (Noordnederlandse Electrische Glasslijperij Groningen).
In het koetshuis is helaas de ijzeren draaischijf voor de koets door de huidige bewoners verwijderd.

Mentheda met aangebouwd achterhuis annex koetshuis is van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde: als voorbeeld van een riante villa uit 1896, vanwege de historische relatie met de voormalige Menthedaborg en de wierde, vanwege de opvallende detaillering en de ornamentiek, vanwege de functionele en ruimtelijk-visuele relatie met de tuin en vanwege de bijzonder beeldbepalende ligging in het dorp.



Barthold Entens, de grootste durfal van de Ommelanden
De Watergeus Barthold Entens was op zijn zachts gezegd een opmerkelijk mens. Hij was afkomstig van de borg Mentheda en was jonkheer van Middelstum, Toornwerd en Engeweer. Zijn leven leek aanvankelijk de gebruikelijke weg van een landjonker te gaan. Hij volgde een wetenschappelijke studie in de stad Groningen en viel daar op door zijn onstuimigheid. Hij was ‘los en onbestendig van aard zoodat hij het krijgsrumoer verre boven de stille letteroefeningen verkoos’. Hij sloot zich aan bij de opstandelingen en vestigde zijn naam al spoedig. Geen katholiek was veilig voor hem. Zijn krijgsmethodes waren niet verfijnd, maar bleken wel effectief. Zijn in de praktijk gebrachte voorkeur om priesters ‘de voeten te warmen’ zou tegenwoordig onder de rubriek oorlogsmisdaden vallen.
Entens liet ook zijn stempel in de Groninger Ommelanden achter. Hij en zijn mede-Watergeuzen plunderden in 1569 de kloosters van Selwerd, Termunten en Rottum. Een nog altijd aanwezige herinnering aan Entens is in Delfzijl de eerste, oude schans, waarvan hij de bouwer was.
In Heiligerlee vecht hij aan de kant van Lodewijk van Nassau en samen met hem maakt hij de nederlaag bij Jemgum mee. Hij weet zich te redden door net op tijd samen met Lodewijk in de Eems te duiken.
Entens wordt kapitein op het geuzenschip ‘De Ommelanden’. Van Graaf Lodewijk krijgt hij een kaperbrief. Met deze brief heeft hij toestemming om vijandelijke schepen te kapen. Op het water is hij de schrik van de katholieke schippers en kooplieden. Met zijn zeerovers houdt hij vreselijk huis op Texel, Vlieland en langs de Hollandse kust.
Samen met de graaf van Lumey verovert Barthold, inmiddels viceadmiraal van de watergeuzen, in 1572 Den Briel voor Prins Willem van Oranje. Onschuldige monniken worden om het leven gebracht. Dit gaat Willem van Oranje veel te ver en Barthold belandt achter slot en grendel. Maar in de strijd is hij onmisbaar. Hij wordt vrijgelaten om na enige tijd opnieuw gevangen te worden gezet, maar nu door zijn Spaanse tegenstanders.
Op 17 mei 1580 kwam er een eind aan zijn onstuimige leven, toen hij met enige getrouwen dronken en gewapend met het deksel van een botervat aan een bestorming van Groningen begon. Barthold steekt zijn dronken hoofd in een schietgat precies op het moment dat een vijandelijke soldaat de trekker overhaalt. Entens wordt getroffen en zo sterft de grootste durfal van de Ommelanden overeenkomstig zijn lijfspreuk ‘Vrolijk met Ere’. Hij werd begraven voor de preekstoel in de Hippolytuskerk in Middelstum.


Architect: P. Tilbusscher

Kenmerken

Deze website wordt u aangeboden door de gemeente:



Met dank aan:

logo logo

Colofon | Proclaimer