Ewsum, schuur op borgterrein Ewsum, Oosterburen 1, Middelstum

Dit is geen boerderij, dit is villabouw! riep aannemer Mars uit Middelstum bij het zien van de ontwerpen voor boerderijen van plaatsgenoot en architect Sietze Albert Veenstra. Deze schuur staat op een bijzondere locatie, de historische buitenplaats Ewsum. De schuur is een rijksmonument.

Tussen 1930 en 1940 bouwde Sietze Veenstra (1897-1981) veel woonhuizen, boerderijen en villa’s in een regionale variant van de Amsterdamse School. S.J. Vinhuizen liet 1932 het 17de eeuwse schathuis van Ewsum uitbreiden met deze grote schuur in een regionale variant van de Amsterdamse School-stijl.
Het bakstenen gebouw staat op een rechthoekige plattegrond onder twee evenwijdige oost-west gerichte rietgedekte wolfdaken. De wolfseinden zijn praktisch verticaal. De zuidelijke kap met daaronder de stalling voor melkvee, is lager. Kenmerkend voor de Amsterdamse school is het spel van horizontale en verticale lijnen. De gevels zijn door middel van pilasters in traveeën verdeeld. De in reeksen geplaatste vensters en de ontluchtingsroosters zorgen voor een fraaie horizontale geleding. Veenstra liet de gevels nog eens extra spreken door te variëren in behandeling en plaatsing van vensters en dakkapellen, vaak voorzien van roedeverdeling. We zien vensters in gegoten beton, halfronde, rietgedekte dakkapellen en een bijzonder vormgegeven smal verticaal venster met roedeverdeling van zes boven elkaar geplaatste driehoeken. Ook door middel van kleuren kregen de gevels nog een extra accent. De kleurencombinatie groen, rood en wit overheerst hier.
De westgevel heeft aan de noordzijde een dubbele deur met links ervan een ingemetselde bouwsteen S.L. Vinhuizen

I. Dijksterhuis, 19 mei 1932. Om een architectonische eenheid te krijgen voorzag Veenstra de noordgevel van het schathuis van dezelfde betonvensters en een kleine deur als die in de schuurgevels.

Veenstra kwam als zoveel plattelandsarchitecten uit een timmermansfamilie. Op viertienjarige leeftijd werd hij de jongste knecht bij een timmerman. Door avondstudie en door het werken in de praktijk werd hij doorkneed in het bouwvak. In 1930 werd hij aangesteld als opzichter bij gemeentewerken Middelstum en toen eind dertiger jaren de diensten van gemeentewerken Middelstum, Kantens en Stedum werden samengevoegd, werd hij gemeentearchitect.

Met de grootste zorg kozen de architecten hun bakstenen uit. Veenstra betrok zijn stenen meestal van de steenfabriek Labor in Middesltum die bij veel architecten hoog aangeschreven stond. Geroemd om zijn schitterende stenen werd Labor ‘de banketbakker onder de steenfabrieken’ genoemd. Veenstra was bevriend met de brandmeester Klaas Lanting, bij wie hij geregeld op visite ging om wat bij te praten en te roken.

Architect: S.A. Veenstra