VILLABOERDERIJ bestaande uit een VOORHUIS, HALS en TWEEKAPSSCHUUR met ingebouwde DIENSTWONING, genaamd `Lindenhof'. De boerderij is gebouwd in 1925 door architect B. Jager en aannemer E. Broos in opdracht van G.P. Wiersema in Interbellum-architectuur. De villaboerderij is een bijzondere variant op het kop-hals-romp-type. De schuur is dwars op de hals geplaatst. In 1939 werden de schuren verbonden door een derde kap. In 1975 werd de oude hut gesloopt en een nieuwe kapschuur opgetrokken; de kapschuur komt wegens te geringe ouderdom niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking. In de loop der tijd zijn twee nieuwe schuurdeuren in de achtergevel, in de krimp en in de voorgevel van de schuur en twee nieuwe deuren in de hals geplaatst en zijn nieuwe uileborden op het dak van de schuur gezet.
De boerderij is gelegen buiten de bebouwde kom aan de noordkant van Spijk op een licht glooiend terrein dat grotendeels een dubbele rij singelbeplanting heeft en deels omgracht is. Een oprijlaan gelegen aan de zuidzijde omgeven door esdoorns verschaft toegang tot de boerderij. In de tuin aan de voorzijde een monumentale linde en els.
Omschrijving
VILLABOERDERIJ bestaande uit een VOORHUIS, HALS en TWEEKAPSSCHUUR met ingebouwde DIENSTWONING.
Het één verdieping hoge, deels onderkelderde VOORHUIS op nagenoeg rechthoekige plattegrond is opgetrokken in een bruine bezande steen op een iets naar voren springend trasraam en wordt gedekt door een samengestelde kap waarop oranje geglazuurde Hollandse pannen; houten windveren (aan de noordwestzijde betonnen windveren); decoratief metselwerk in de topgevels; overkragende houten goot op klossen; decoratief bakstenen fries; drie pirons; drie gemetselde hoge schoorstenen. De gevels worden geleed door H-vensters met gekleurd glas-in-lood in de bovenlichten en vierdelige vensters met roedenverdeling, alle onder een betonnen latei waarboven een decoratieve bakstenen rand en onderdorpel van bruine geglazuurde profielsteen.
De entree in portiek bevindt zich in de risalerende topgevel aan de voorzijde (zuidoostgevel) en bestaat uit een paneeldeur waarin niet-origineel glas (oorspronkelijk glas-in-lood) met bovenlicht waarin gekleurd glas-in-lood; de houten luifel wordt gedragen door drie vierkante bakstenen pijlers met fantasiekapiteel, rusten op een gemetseld muurtje; vier treden hoge grindbetonnen stoep. Links van de entree een samengesteld H-venster en een H-venster, waarboven twee vierdelige vensters. In de top een staand ovaal venster waarin diagonale houten roedenverdeling en rondom een rollaag. In de linker zijkant van de topgevel een H-venster. Links van de topgevel op de hoek een halfronde erker waarin zes H-vensters. Boven de erker een inpandig balkon onder plat dak; het overkragende platte dak wordt gedragen door een vierkante bakstenen pijler met fantasiekapiteel en twee betonnen lateien; houten balustrade; twee openslaande houten deuren waarin glas met twee zijlichten.
In de topgevel aan de zuidwestzijde een halfronde erker, waarin vier H-vensters. Boven de erker een balkon met houten balustrade; twee openslaande houten deuren waarin glas en twee zijlichten. Aan de rechterzijde van de zuidwestgevel de halfronde erker met inpandig balkon.
In de risalerende topgevel aan de achterzijde (noordwestgevel) twee samengestelde H-vensters, twee vierdelige vensters en twee samengestelde keldervensters met diefijzer. In de top een staand ovaal venster (dichtgezet) en rondom een rollaag. Aan de linkerzijde van de topgevel een klein staand venster; aan de rechterzijde een H-venster. Rechts aan de achterzijde een H-venster.
Aan de noordoostzijde een staand tweeruits venster waarin gekleurd glas-in-lood. Aan deze zijde is de hals aangebouwd. Boven de hals is de gevel boven de gootlijst doorgetrokken; drie staande tweeruits vensters waarin gekleurd glas-in-lood.
In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: de houten paneeldeuren waarin glas-in-lood met houten omlijsting, in de hal de houten bordestrap en het plafond, in de hal en tochthal de granito vloer en houten tochtdeur waarin glas met decoratie, in de woonkamer het balkenplafond, de marmeren schouw en de houten suitedeuren waarin glas-in-lood.
De HALS op rechthoekige plattegrond is opgetrokken in een bruine bezande steen op een iets naar voren springend trasraam en wordt gedekt door een plat dak; houten goot op klossen.
Aan de zuidoostzijde een niet-originele deur met bovenlicht waarin gekleurd glas-in-lood, waarvoor een gemetselde stoep van twee treden, en drie tweedelige staande vensters met houten roedenverdeling en gekleurd glas-in-lood, alle onder één betonnen latei. Aan de noordwestzijde centraal een niet-originele deur met bovenlicht, waarvoor een gemetselde stoep van twee treden, en een tweedelig venster met houten roedenverdeling, alle onder een betonnen latei.
De TWEEKAPSSCHUUR met ingebouwde DIENSTWONING op rechthoekige plattegrond is opgetrokken in rode baksteen op een trasraam van bruin/paarse baksteen en wordt gedekt door twee schilddaken met wolfeinden waarop niet-originele golfplaten en een rij zwarte muldenpannen; niet-originele uileborden; muurankers; vlechtwerk en decoratief fries van gele verblendsteen en rode baksteen in de zuidoostgevel, rood bakstenen fries in de zuidwestgevel.
In de achtergevel (zuidoostzijde) centraal niet-originele schuurdeuren. In de linker schuur twee dubbele opgeklampte houten schuurdeuren en een houten schuifdeur onder strek, twee met getoogd bovenlicht waarin ijzeren roedenverdeling; twee getoogde staande vensters en vier getoogde zaadvensters, alle met ijzeren roedenverdeling onder een strek en bakstenen onderdorpel. In de rechter schuur een dubbele opgeklampte houten schuurdeur met getoogd bovenlicht met ijzeren roedenverdeling onder een strek en een niet-originele schuurdeur; twee staande getoogde vensters en drie getoogde zaadvensters, alle met ijzeren roedenverdeling onder een strek en bakstenen onderdorpel.
In de eerste krimp aan de zuidwestzijde een H-venster met roedenverdeling onder rollaag met bakstenen onderdorpel; in de tweede krimp een niet-originele deur met zijlichten.
In de voorgevel (noordwestzijde) links dubbele opgeklampte houten schuurdeuren, drie liggende tweedelige zesruits vensters, een liggend zesruits venster en drie zesruits zaadvensters, alle onder een betonnen latei. Rechts in het woninggedeelte een houten paneeldeur waarvoor een gemetselde stoep met boven- en driedelig zijlicht, een niet-originele deur met gemetselde stoep, een staand tweeruits venster, twee H-vensters, een samengesteld driedelig venster, twee staande driedelige vensters, alle onder een strek.
In de noordoostgevel getoogde liggende vensters met decoratieve ijzeren roedenverdeling onder rollaag. De (niet-beschermde) kapschuur is tegen deze gevel aangebouwd.