DWARSHUISBOERDERIJ gebouwd in 1900 in een Eclectische bouwtrant, in opdracht van T. L. Hoving gehuwd met I. J. Bakker. De serre is waarschijnlijk iets later aangebouwd en heeft in de jaren vijftig een nieuw dak gekregen. Sinds de bouw is er weinig aan het pand gewijzigd. In 1965 werd onder andere een natte cel gebouwd in de hals en in 1989 werd op de nok van het dak van de schuur een uitkijktorentje gebouwd.

De boerderij, die sinds 1945 als woonhuis in gebruik is, is markant gelegen op een deels omgracht terrein aan de Tweehuizerweg. Een lange oprijlaan aan de noordoostzijde van de boerderij met aan weerszijden bomen verleent toegang tot het erf. Een fraai houten voetgangersbruggetje (een kopie van het oorspronkelijke) leidt over de gracht naar de entree van het woongedeelte.

Omschrijving

DWARSHUISBOERDERIJ, bestaande uit een voorhuis met hals en hoofdschuur, opgetrokken in een roodbruine baksteen. Het geheel onderkelderde VOORHUIS heeft een gepleisterd trasraam, afgezet met een gepleisterde bies. Het schilddak dat gedekt is met een zwart geglazuurde Lucas IJsbrandspan, heeft twee gemetselde schoorstenen op de nok en een kroonlijst. In het dakvlak aan de voorzijde (noordwest) twee kleine oeuil de boeufs met bolpiron. De gevels worden op de hoeken gemarkeerd door gemetselde pilasters en worden geleed door H-vensters, die ter hoogte van de houten onderdorpels met elkaar worden verbonden door een gepleisterde cordonlijst; onder elk venster een tweeruits keldervenster met diefijzer; alle vensters hebben een getoogde strek met gepleisterde sluit- en aanzetstenen. De hoofdentree bevindt zich aan de voorzijde in een doorgetrokken middenrisaliet onder een steekkap met kroonlijst. De entree bestaat uit een gemetseld portiek met getoogde strek met gepleisterde sluit- en aanzetstenen en gepleisterde vlakken in zijwanden en plafond; een dubbele paneeldeur met smeedwerk voor de deurlichten, onder een bovenlicht van gekleurd glas-in-lood; een natuurstenen stoep (vijf treden) tussen twee lage natuurstenen muurtjes met decoratie aan de voorzijde; twee gevelstenen waarop staat: "T.L.H. anno" en "I.J.B. 1900". Boven de entree een houten balkon met een decoratief ijzeren hek tussen twee houten pijlers met vierzijdige spits, bereikbaar via openslaande balkondeuren in een portiek met strek en gepleisterde sluit- en aanzetstenen.

De HALS die evenals de hoofdschuur rust op een trasraam van donkere klinkers afgezet met een gepleisterde bies, verbindt aan de zuidoostkant het voorhuis met de hoofdschuur. Het dak heeft Lucas IJsbrandspannen, een gemetselde schoorsteen, een houten piron en een kroonlijst. In de noordoostgevel twee T-vensters, en een paneeldeur met bovenlicht met gietijzeren levensboom en een stoep; alle onder een getoogde strek met gepleisterde sluit- en aanzetstenen. Aan de zuidwestgevel een houten serre op een trasraam van donkere klinkers afgezet met een geglazuurde rollaag onder een afgeknot schilddak met glaspanelen, een geprofileerde goot en een gemetselde schoorsteen; aan de noordwestzijde één glasruit en aan de zuidwestzijde vier met een deur ertussen; alle ruiten en deur hebben bovenlichten, waarvan één met glas-in-lood.

De HOOFDSCHUUR met wolfdak, gedekt met golfplaat (niet origineel) en Lucas IJsbrandspannen, heeft een houten uilebord en op de nok een uitkijktorentje (niet origineel). In de noordwestgevel één getoogd T-venster, in de noordoostgevel vier getoogde vierrruits vensters en een vernieuwd geveldeel met samengesteld venster (niet origineel) en in de zuidwestgevel vier getoogde vierruits vensters. De zuidoostgevel met vlechtwerk in de topgevel heeft licht getoogde dubbele deeldeuren met daarin een kleine deur, vijf getoogde vierruitsvensters en een dubbele schuurdeur (niet origineel).

In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: in de gang de marmeren vloer, de met marmer- en plantenmotieven beschilderde lambrizering, het plafond met in kleur beschilderde rozetten van pleisterwerk, de tochtdeur met zijlichten met geëtst glas binnen een houten omlijsting bekroond met een gebroken fronton van papier-maché: in de kamers de zwart marmeren schouwen met decoratieve schacht, de houten vensterbanken met blinden, de plafonds met decoraties van papier-maché, de paneeldeuren beschilderd met Art Nouveau motieven; in het voorhuis de met florale motieven beschilderde en met papier-maché gedecoreerde plafonds; in de zijgang de decoratieve tegelvloer; in de kelder de plavuizen, het balkenplafond en de houten kasten.