Gemeente Eemsdelta Logo dat naar de hoofdpagina leidt presenteert:

STAAT IN EEMSDELTA

Kunst en architectuur in Eemsdelta

vergroot

afdrukken Boerderij

Architectuur
toon vergroting Boerderij
toon vergroting Boerderij
toon vergroting Boerderij

VILLABOERDERIJ met aangebouwde KOESTAL, gebouwd in 1924 in opdracht van C. van Hoorn naar een ontwerp van architect T.O. van Hoorn uit Loppersum. Aannemer bij de bouw was E.P. van der Laan uit Woldendorp. De eigenaar verzocht de architect de koestal zo ver mogelijk van het woongedeelte te projecteren om zo min mogelijk last van stank te hebben. Daarom is bij deze boerderij de koestal apart uitgebouwd, dwars op het einde van de hoofdschuur. In 1957 werd er op zolder een paar slaapkamers afgetimmerd, waarbij er twee dakkapellen in het zij- en achterdakvlak van het woonhuis werden geplaatst. Sindsdien is er nauwelijks meer iets gewijzigd aan het pand.

De boerderij die is opgetrokken in Interbellum-architectuur, is met de kop naar de weg van Nieuwolda naar Woldendorp gelegen. De tuin bij de boerderij met onder andere een kastanjeboom en een lijsterbes, wordt aan de noordzijde begrensd door een iepenhaag en aan de zuidzijde door een oprijlaan die toegang verleent naar de achterzijde. Een deel van de grond bij de boerderij wordt in beslag genomen door een moestuin en een kleine boomgaard.


Omschrijving

Villaboerderij, bestaande uit een voorhuis, korte hals, hoofdschuur en aangebouwde (voormalige) koestal. Het deels onderkelderde VOORHUIS is opgetrokken in een bruine klinker op een trasraam van bruine klinkers afgezet met een rollaag en heeft een gemetseld fries met tandlijst. Het schilddak, dat gedekt is met een zwarte muldenpan, heeft een houten goot op klossen en een gemetselde schoorsteen op de nok. De gevels worden geleed door H-vensters met bovenlicht met gekleurd glas-in-lood onder een doorlopende, tweesteens rollaag. De voorgevel (west) heeft een middenrisaliet onder een steekkap (schilddak) met zinken piron en goot op klossen, een erker en twee H-vensters. In het risaliet de hoofdentree bestaande uit een gemetselde portiek met gebroken keperboog binnen een gemetselde omlijsting met siermetselwerk; in de portiek een gelakte houten deur met kijkgat met geslepen glas, twee smalle glas-in-lood zijlichten, en een glas-in-lood bovenlicht in de vorm van een gebroken keperboog; voor de deur een drie treden hoge gemetselde stoep tussen twee muurtjes. Boven de entreepartij een driedelig zesruitsvenster. De driezijdige erker met plat dak heeft aan beide zijkanten een H-venster en in het midden een groot venster met tweeruits glas-in-lood bovenlicht; op de hoeken muizetand.De rechter zijgevel (zuid) heeft vier H-vensters en de linker (noord) vijf H-vensters, waarvan twee kortere met eronder twee keldervensters met rollaag. In het dakvlak aan de rechter- en achterzijde een dakkapel (1957).


De HALS onder plat dak, die voorhuis en hoofdschuur verbindt, heeft aan de noordzijde een H-venster en aan de zuidzijde een w.c.venster, beide met rollaag.

De HOOFDSCHUUR is deels opgetrokken in een rode baksteen en deels in een bruine klinker. Het wolfdak, gedekt met een zwarte muldenpan, heeft twee houten uileborden en een mastgoot op gemetselde klossen (behalve de voorgevel). De voorgevel (west) heeft een gemetseld fries, een houten goot op klossen, dubbele houten deeldeuren met een kleine deur erin en twee getoogde ijzeren zesruits vensters. De zuidgevel is blind. De achtergevel (oost) heeft dubbele deeldeuren, twee dubbele staldeuren (een grote en een kleinere), vier getoogde ijzeren negenruits vensters en een ijzeren achtruits venster met rollaag. In de noordgevel bevinden zich vier ijzeren achtruits venters met rollaag van rode baksteen, een opgeklampte deur met stoep, een zesruits venster en twee staande vensters.

Dwars op de noordgevel is op de hoek met de achtergevel een KOESTAL uitgebouwd in een rode baksteen onder een steekkap (schilddak). De kap is gedekt met een zwarte muldenpan, heeft een uilebord en een mastgoot op gemetselde klossen. Voor- en zijgevel van de stal zijn blind en de achtergevel heeft vier ijzeren achtruits vensters en een klein ijzeren vierruits venster, alle met rollaag.

In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: in de vestibule de zwart-rode tegelvloer en de tochtdeur met smalle glas-in-lood zijlichten en een glas-in-lood bovenlicht in de vorm van een gebroken keperboog. In de voorkamer de rolluiken voor de ramen en het balkenplafond. De tussenmuur tussen voor- en achterkamer is verwijderd, evenals de grijze marmeren schouw en de houten vensterbanken. In de gang de houten bordestrap met bewerkte trappaal en leuning met houten gegolfde spijlen. In de hoofdschuur de houten sporenkap met gebinten op bakstenen basis (acht vakken). Van het gebintstelsel is een gebintpoot verwijderd.

Kenmerken

  • Locatie: Woldendorp - AE Weg 63
  • Plaats: Woldendorp
  • Bouwjaar: 1924

Deze website wordt u aangeboden door de gemeente:



Met dank aan:

logo logo

Colofon | Proclaimer