Algemene BEGRAAFPLAATS aangelegd op een nagenoeg vierkant, omgracht terrein dat wordt omzoomd door een haag, essen en een schelpenpad. De sobere grafzerken, die buiten de bescherming vallen, zijn verdeeld over vier vakken, van elkaar gescheiden door twee haaks op elkaar staande paden. Het pad dat van oost naar west loopt vormt de hoofdas waarop zich het toegangshek, een achthoekig perkje met coniferen begrensd door bielzen (oorspronkelijk rond en zonder bielzen) en het baarhuisje bevinden. Bij het baarhuisje, dat op de westzijde van de as staat, staan aan de noordzijde drie en aan de zuidzijde twee bruine beuken. De entree tot de begraafplaats wordt gemarkeerd door twee treur-esdoorns.