Tuinkoepel uit de tweede helft van de 19de eeuw met aangebouwd dubbel woonhuis uit 1904, gesitueerd in de Koningstraat te Appingedam, een straat met verschillende soorten bebouwing waaronder gebouwen uit het begin van de 20ste eeuw en bedrijfsopstallen. De houten tuinkoepel dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw, heeft een bakstenen basement en is aan de binnenzijden van wand- en plafondschilderingen op hout en linnen voorzien. De vijfzijdige tuinkoepel is tegen de noord- of straatzijde van huisnummer 30-1 gebouwd, zijnde een deel van het dubbele woonhuis Koningstraat 30-30 I te Appingedam.

Omschrijving

TUINKOEPEL met aangebouwd DUBBEL WOONHUIS. De drie op de straat gerichte zijden van de houten tuinkoepel hebben T-vensters waarvan de bovenlichten met glas-in-lood zijn ingevuld, de overige twee zijden zijn blind. Het lichthellende, waaiervormige dak wordt geschraagd door geprofileerde en sierlijk bewerkte schoren, is aan de overstekende rand afgezet met ajour houtsnijwerk en heeft op het hoogste punt een kleine piron. Inwendig zijn op de wanden tussen beschilderde pilasters veelkleurige schilderingen op linnen aangebracht (o.a. bloem-, rank- en vaasmotieven), dezelfde motieven komen ook op het houten plafond voor. Tussen de wanden en het plafond is een dubbele, geprofileerde lijst aangebracht. De tuinkoepel staat met het dubbele woonhuis in verbinding dat volgens een ingemetselde gevelsteen uit 1904 dateert (huisnummer 30-I, links van de voordeur: "19.J.A.S." en rechts van de voordeur "M.H.T. 04."). Het dubbele woonhuis beschikt over een L-vormige plattegrond, is opgetrokken in rode strengperssteen waarin decoratieve, gecementeerde speklagen zijn opgenomen en telt naast de parterre nog een zolderverdieping. Het aan twee zijden afgewolfde zadeldak is belegd met een grijze muldenpan en vertoont twee zeepaard-achtige nokbeëindigingen. Het dubbele woonhuis heeft voor de bescherming een ondergeschikte betekenis. Deze ondergeschikte betekenis concentreert zich voornamelijk op de ouderdom en op de verzorgde uitwendige verschijningsvorm.