Omschrijving
Het één verdieping hoge BOEZEMGEMAAL (1930/1931) op rechthoekige plattegrond is opgetrokken in bruine baksteen en wordt gedekt door een zadeldak waarop oranje verbeterde Hollandse pannen; overkragende houten goot; twee gemetselde schoorstenen met vlaggenstok op de nokken en één aan de oostzijde; siermetselwerk in de topgevels; gemetseld fries. De gevels worden geleed door staande achtruits vensters met vierruits bovenlicht met betonnen middendorpel en staande zesruits vensters, alle met ijzeren roedenverdeling en onder rollaag.
In de topgevel aan de voorzijde (zuidgevel) drie achtruits vensters met vierruits bovenlichten waarboven in natuursteen de naam `Cremer' en een gevelsteen waarin het wapen van het voormalig waterschap Oldambt.
De entree onder een betonnen luifel bevindt zich in de westgevel en bestaat uit twee opgeklampte houten deuren waarin glas in ruitvorm met tweedelig bovenlicht; gemetselde pilasters. Boven de entree een gevelsteen waarin de tekst "Anno 1930-31: Wat onze zijlen niet vermogen, wordt door dit monster uitgespogen, dies is de boezem steeds gepast, te bergen polderen overlast". Links van de entree de niet-beschermde aanbouw, waarnaast een zesruits venster.
In de achtergevel (noordzijde) drie zesruits vensters.
In de oostgevel twee achtruits vensters met vierruits bovenlicht en twee zesruits vensters. De linkerzijde wordt afgesloten door een schoorsteen die doorgetrokken is in de gevelwand.
In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: de spantconstructie, de rood/zwarte tegelvloer, de witte tegellambrizering, de zwartmarmeren gevelsteen waarin gegraveerd het bouwjaar, de leden van het bestuur en de namen van de waterbouwkundige en de aannemers.