Twee bouwlagen hoge BIBLIOTHEEK opgetrokken in een rode baksteen op een trasraam van rode klinkers afgezet met een rollaag. Het samengestelde dak is gedekt met een zwarte Romaansche pan, met op de nokeinden pironnen en heeft een houten goot op klossen. De topgevel aan de voorzijde (zuidoost) heeft een houten beschot met oculus, strakke windveren, een fries van natuurstenen vlakjes en een zandstenen vergaarbak. In deze gevel bevindt zich de hoofdentree, die bestaat uit een omlijsting van zand- en natuursteen waarbinnen een houten paneeldeur met twee zijlichten en vier boogvormige bovenlichten, alle met roedenverdeling. De omlijsting wordt afgesloten door een fries waarop links en rechts Pegasus, het gevleugelde paard, en in het midden een uil met opengeslagen boek en ganzeveer staan afgebeeld; eronder staat in goudkleurige letters: Openbare Leeszaal. Links van de entree twee vensterpartijen met kruisramen waarvan de bovenvakken zijn voorzien van glas-in-lood in houten roeden onder een natuurstenen latei; natuurstenen kalf en onderdorpel. Op de verdieping dubbele en enkele H-vensters met roedenverdeling in de bovenlichten, onder een strek met natuurstenen aanzetstenen. In de top een vensterpartij met vier, door roeden ingedeelde vensters met een doorlopende natuurstenen onderdorpel, onder strekken met natuurstenen aanzetstenen. Alle vensters hebben natuurstenen vlakjes ter hoogte van kalf, boven- of onderdorpel. In het dakvlak van de voorgevel een kleine dakkapel met venster met roedenverdeling.
In de zuidwestgevel twee kruisvensters, twee samengestelde hooggeplaatste vensters met glas-in-lood en op de verdieping een klein venster en een dubbel venster met bovenlicht met roedenverdeling, alle met strek en natuurstenen aanzetstenen. De verdieping van de noordwestgevel wordt geleed door een rij H-vensters met door roeden ingedeelde bovenlichten en een glasdeur, alle onder een strek.
In de noordoostgevel een glas-in-loodvenster waarop de Nutsspaarbank staat afgebeeld met roedenverdeling en een H-venster met roedeverdeling in het bovenlicht en twee zesruits vensters. Aan deze gevel bevindt zich een twee bouwlagen hoge platte aanbouw waarin het trappenhuis is ondergebracht, waarin dertien zesruits vensters onder een strek; twee H-vensters en een dichtgemetselde deur- en raamopening.
Een platte korte hals opgetrokken in rode baksteen (1983) met twee glasdeuren met door roeden ingedeelde glas-in-lood bovenlichten, verbindt het hoofdgebouw met de nieuwbouw uit 1927. Dit in rode baksteen opgemetselde gebouw heeft een trasraam van rode klinkers. Het schilddak is gedekt met een zwarte verbeterde Hollandse pan, met op de nok een gemetselde schoorsteen en een houten dakkapel met twee zesruits vensters op het dakvlak aan de zuidwest- en noordoostzijde. De gevels worden geleed door recht gesloten vensters met roedenverdeling en strek. In het trasraam koekoeken, waarvan een aantal zijn dichtgemetseld.
In het geheel verbouwde INTERIEUR zijn alleen nog de glas-in-lood vensters waarop een uil, een zandloper, een opengeslagen boek, een olielamp en een inktpot met ganzeveer staan afgebeeld van belang. In het portaal een natuurstenen plaquette ter ere van de stichting van het gebouw met de volgende tekst: ìin het jaar 1911 gesticht door de Nuts-spaarbank alhier ter gelegenheid van haar 60-jarig bestaan toen commissarissen waren de heeren: J.E. Takens, voorz., D.J. Hooft van Iddekinge, secr., G. Toxopeus, penningm., A.T. Vos, N.H. Tonkes, A.M.J. van der Heiden, H. Mauritz