Midden op het plein staat op een verhoging Molen Adam, nu ingericht als expositieruimte. Het is niet de eerste molen die hier staat. Het plein Molenberg is eigenlijk de in 1568 aangelegde schans. Op één van de hoeken van deze schans, de dwingerd, heeft de molen gestaan.
In 1628 staat hier een standerd-molen voor het malen en pellen van landbouwproducten. In 1738 wordt de vorm van de molen veranderd in een achtkantige paltrokmolen, zoals die nu nog te zien is. De toenmalige molenaar, Pieter Tiebesz, verwerft het recht om gort te pellen.
In 1765 wordt onder de molen een stenen voet gezet van vijf meter hoog. Waarom, is niet bekend. Deze molen overleeft de roerige Franse tijd. Na de Franse tijd krijgt de molen meer hinder van de naaste, bebouwde omgeving en in 1846 laat de molenaar, J.K. van Heukelom, de voet verhogen tot de huidige hoogte van 35 voet (circa 10,5m.) Om vrije wind te verkrijgen. In 1875 brandt de molen geheel af. Maar al in 1876 wordt op de bestaande verhoging de Molen Adam, afkomstig uit Bedum, geplaatst. Dit is oorspronkelijk een watermolen. Verder heeft de molen ook als gevangenis gediend. De deur aan de zijde van de Oude Schans, met slot, is daar nog een restant van.
In 1954 wordt de molen door aankoop van de gemeente Delfzijl, van de sloop gered. Hij is één van de grootste in Noord-Nederland en is nu als expositieruimte ingericht. De aanwezigheid van een molen binnen de vesting is bittere noodzaak. In tijden van beleg moet er immers meel zijn! Doordat de molenaar officieel wordt aangesteld, is er een lijst van molenaars bekend. De laatste molenaar is in 1950 in dienst genomen.
Standerdmolen- Windmolen op een voetstuk of standerd; het gehele molenhuis met de wieken is draaibaar op en om een spil of standerd en kan zo naar de wind gesteld worden.
Paltrokmolen- Windmolen met vaste kap, die in zijn geheel op rollen over een gemetselde muur naar de wind gesteld kan worden.