Een bescheiden monument in de vorm van een hand die staat op de plaats van het voormalig kerkje en kerkhof is het enige dat nog herinnert aan het schilderachtige dorpje Oterdum. Ooit gelegen op de winterdijk tussen Delfzijl en Termunten heeft het in de jaren ‘70 van de vorige eeuw moeten wijken voor de oprukkende industrie en het op deltahoogte brengen van de zeedijk.
Ter nagedachtenis aan het dorp Oterdum werd het monument door beeldhouwer Mattheus Meesters in opdracht van de provincie Groningen gemaakt. Het vormt een hand staande op een sokkel. De opgerichte handpalm omsluit een beeltenis van de voormalige dorpskerk, de pols toont ‘haar vijanden’ in de vorm van golven en fabriekspijpen. Op deze manier wordt tenminste de herinnering aan het dorp op symbolische wijze beschermd en in leven gehouden.
De hand staat op de plaats van het voormalige kerkje en kerkhof. Het beeld wordt begeleidt door het gedicht Kerkje van Oterdum van Kornelis Mulder, dat bij de ingang van het kerkhof is aangebracht. Hierin wordt de ondergang van het dorp in de Groninger taal beschreven.
De bronzen hand werd in februari 2011 gestolen en werd nooit teruggevonden. Kunstenares Mette Bus uit Groningen heeft naar het origineel van Mattheus Meesters een replica gemaakt. De Stichting Behoud Monument Oterdum zamelde met succes geld in om de replica te laten maken. Een bronzen exemplaar werd te duur, er werd voor kunststof gekozen.
Er bestond gelukkig nog een miniatuur van klei dat Meesters als model had gebruikt. Mette Bus maakte het beeld van Meesters eerst in klei en daarna groot in gips na, waarna middels een mal het kunststof beeld kon worden gegoten bij Museumtechnische Werken.